Toelichting op overige algemene dekkingsmiddelen

De overige onderdelen van de algemene dekkingsmiddelen worden als volgt toegelicht.

Lokale heffingen

Onroerende zaakbelasting (woningen en niet-woningen)

De OZB is een belasting die gemeenten mogen heffen over woningen en niet-woningen. De OZB maakt onderdeel uit van de groep lokale heffingen (rioolheffing, OZB, afvalstoffenheffing, leges, parkeeropbrengsten, precariobelasting, hondenbelasting en toeristenbelasting) en genereert voor de gemeente Gouda binnen de lokale heffingen de op een na hoogste belastingopbrengst. De OZB kan worden gesplitst in een eigenarenbelasting en een gebruikersbelasting. De aanslagen OZB worden berekend op basis van de waarde van de onroerende zaken. Deze waardering dient de gemeente uit te voeren op grond van de Wet WOZ.

Het tarief voor de heffing van de OZB wordt jaarlijks gewijzigd. De aanslag OZB wordt berekend naar een percentage van de waarde van de onroerende zaken, zoals die op de voet van de Wet WOZ wordt vastgesteld. Voor het jaar 2021 werden de onroerende zaken gewaardeerd naar waardepeildatum 1 januari 2020. In de paragraaf Lokale heffingen is een uitgebreide toelichting opgenomen.

De opbrengst van de OZB wordt verantwoord op de taakvelden 0.61 OZB woningen en 0.62 OZB niet-woningen. Aan de lastenkant van deze taakvelden staan de kosten voor het innen van de opgelegde belastingen, de zogenaamde perceptiekosten. Feitelijk zijn dit alle personele en materiële kosten die verband houden met de oplegging en inning van de belastingaanslagen, afhandeling bezwaarschriften en de kosten van de uitvoering van de Wet WOZ.

Parkeerbelastingen

Tot dit taakveld behoren de heffing en invordering van parkeerbelasting, de opbrengsten van parkeerfaciliteiten en de opbrengsten uit boetes. In Gouda zorgen met name het betaalde straatparkeren rondom de binnenstad en de Stationsgarage voor jaarlijkse inkomsten. In de paragraaf Lokale heffingen is een toelichting opgenomen.

Overige belastingen

Tot dit taakveld behoren overige gemeentelijke belastingen, zoals de precariobelasting en de hondenbelasting. In de paragraaf Lokale heffingen is een toelichting opgenomen.

Algemene uitkering

De uitkering uit het gemeentefonds is de grootste algemene inkomstenbron van de gemeente. De uitkering bestaat uit verschillende onderdelen die veelal zijn gebaseerd op objectieve maatstaven zoals bijvoorbeeld het aantal inwoners, de sociale en fysieke samenstelling van de gemeente en het aantal woonruimten. In principe is de gehele uitkering vrij te besteden.

Mede als gevolg van de coronacrisis is sprake van een opvallend groot verschil tussen de oorspronkelijke raming in de primitieve begroting 2021 (€ 159 miljoen) en de werkelijke ontvangsten (€ 175 miljoen). De raad is tussentijds geïnformeerd over de ontwikkelingen.

De decembercirculaire 2021 en enkele recente bijstellingen over voorgaande jaren konden niet meer verwerkt worden in een begrotingswijziging. Daardoor vallen de ontvangen middelen uiteindelijk € 2 miljoen hoger uit dan geraamd bij de laatste begrotingswijziging.

Overige baten en lasten

Onderdeel van de overige baten en lasten is de post voor onvoorzien. Daarnaast zijn er ook de overige stelposten. Tevens worden binnen dit onderdeel de loonkosten voor bovenformatief personeel dat niet meer aan het werk is verantwoord en de lasten en baten van gedetacheerd personeel.

Onvoorziene uitgaven

Wettelijk is voorgeschreven dat in de programmabegroting een post voor onvoorziene uitgaven is opgenomen. Gebruik ervan is alleen onder voorwaarden toegestaan. In de primitieve begroting was een bedrag van € 151.000 opgenomen. In de tweede begrotingswijziging 2021 is deze post afgeraamd naar nul.

Stelposten

De gemeente Gouda had in de primitieve begroting 2021 voor € 552.000 aan (stel)posten opgenomen voor taakmutaties binnen de uitkering uit het Gemeentefonds. Uiteindelijk resteert € 64.000 voor de taakmutatie Breed offensief (meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk) uit de septembercirculaire 2021. Dat bedrag valt vrij in het rekeningsaldo.

Vennootschapsbelasting (VPB)

In 2021 heeft de gemeente Gouda een inventarisatie van het financieel resultaat 2020 uitgevoerd, waarbij de gemeentelijke activiteiten zijn beoordeeld op VPB-plicht.

In totaal is van 38 clusters bepaald of ze door de ondernemerspoort komen voor de VPB en zo ja, wat het fiscaal resultaat is. Uit deze analyse blijkt dat alleen de clusters Parkeergarage en Straatparkeren door de ondernemerspoort gaan. Bovendien heeft de Belastingdienst aangegeven dat de concessie van reclameborden ook onder de VPB-plicht valt. De verwachting is dat dezelfde clusters voor 2021 onder de VPB-plicht vallen. Dit betekent voor de VPB-druk:

  • voor het Straatparkeren kan een vrijstelling worden toegepast, waardoor geen VPB-druk ontstaat;
  • voor de cluster Parkeergarage geldt geen vrijstelling en ontstaat een VPB-druk van ongeveer € 27.500;
  • voor de concessie reclameborden geldt geen vrijstelling en ontstaat een VPB-druk van ongeveer € 43.500.

De optelsom van de clusterresultaten die door de ondernemerspoort gaan, gaat resulteren in een aangifte van € 381.500 bij de belastingdienst over 2021. Dit resulteert in een VPB-druk 2021 van ongeveer € 79.000.

De gemeente Gouda heeft van de Belastingdienst naheffingsaanslagen opgelegd gekregen voor de concessie reclameborden voor de jaren 2016, 2017 en 2018 (en aanslagen betaald voor 2019 en 2020). Hiertegen is bezwaar aangetekend. Enkele gemeenten zijn een gerechtelijke procedure gestart inzake deze casus, maar deze uitspraak kan nog wel jaren op zich laten wachten. Voor toekomstige aanslagen inzake de concessie reclameborden zal ook bezwaar worden aangetekend. De Belastingdienst heeft toegezegd dat de gemeente de lopende beroepsprocedures mag afwachten en geen aparte procedure hoeft te starten.