Borg- en garantstellingen

Borgstellingen

Op basis van de saldiverklaringen die de gemeente van geldverstrekkers heeft ontvangen, bedraagt het risicobeslag per 31 december 2021 € 28.804.000 (2020 € 30.317.000).

In 2020 heeft het college besloten een borgstelling te verstrekken op een nieuwe door de Stichting Centrum voor Dierenhulpverlening te sluiten langlopende geldlening van € 225.000. Het risico van deze borgstellingen wordt gedeeld met de gemeenten Zuidplas, Waddinxveen en Krimpenerwaard. Het Gouds aandeel bedraagt 38%. De lening is begin januari 2021 daadwerkelijk aangegaan.

Corona

Als gevolg van de Coronapandemie bestaat de mogelijkheid dat partijen waar de gemeente borg voor staat niet tijdig aan rente- en aflossingsverplichtingen kunnen voldoen.

Met de partijen die dit betreffen wordt intensief overleg gevoerd, ook om het risico dat de gemeente wordt aangesproken op de borgstelling zo gering mogelijk te laten zijn. Mede als gevolg van dit beleid hebben zich in 2021 geen situaties voorgedaan die tot gevolg hadden dat er aanspraak op de gemeentelijke borgstellingspositie dreigde.

Achtervang

Naast bovenstaande borgstellingen is sprake van borgstellingen die door waarborgfondsen aan derden zijn verstrekt en waarvoor de gemeente als achtervang (als secundaire of tertiaire zekerheid) optreedt. De gemeente zal dus pas op deze borgstellingen worden aangesproken als het garantievermogen van de waarborgfondsen onvoldoende is om de betalingsverplichtingen voor rente en aflossing van de gewaarborgde geldleningen over te nemen van de in gebreke blijvende instelling. Het garantievermogen van de waarborgfondsen verschilt per fonds maar beloopt miljarden euro’s. De kans dat de gemeente op deze achtervangpositie wordt aangesproken, wordt erg klein geacht. Indien dat toch gebeurt, zal de aanspraak eerst op basis van 50/50 worden verdeeld tussen Rijk en gemeenten waarna het deel dat aan de gemeenten wordt toebedeeld op basis van een bepaalde verdeelsleutel wordt omgeslagen naar de deelnemende gemeenten. Het eventueel voor Gouda resterende deel zal nooit meer zijn dan globaal 5% van het garantiebedrag en bestaan uit het verstrekken van een renteloze lening aan het betreffende waarborgfonds. Het eventuele netto verlies voor de gemeente bestaat derhalve uit derving van rentevergoeding op de verstrekte renteloze geldlening.

A. Borgstelling via het WEW

Aantal garanties: 2.740 in 2020

Omvang: € 449.000.000 in 2020

50% aandeel gemeente Gouda: € 224.500.000 in 2020

Het genoemde aantal en de vermelde bedragen zijn van het vorige verslag per 31 december 2020. Het overzicht NHG wordt verstrekt door de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen. Bij het opmaken van de jaarstukken 2021 was de stichting nog niet in staat (geweest) de standen per 31 december 2021 te verstrekken.

Het Rijk heeft met ingang van 1 januari 2011 de achtervangpositie van de gemeenten overgenomen voor nieuw te verstrekken leningen onder Nationale Hypotheek Garantie. Dit betekent dat gemeente Gouda geen risico loopt om te worden aangesproken op de achtervangpositie voor leningen die vanaf 1 januari 2011 in dit kader zijn verstrekt.

De toch al als laag te kwantificeren risico op de bestaande leningen onder NHG-garantie, dus die welke zijn verstrekt tot en met 2010, zal de komende jaren steeds verder afnemen als gevolg van de gepleegde aflossingen en de forse stijging van de waarde van de woningen die het betreffen.

B. WSW-borgstellingen voor woningcorporaties

Aantal garanties: 62 (2020: 53)

Omvang: € 382.000.000 (2020: € 359.000.000)

50% aandeel gemeente Gouda: € 191.000.000 (2020: € 179.500.000)

In het geval dat de gemeenten op de achtervangpositie worden aangesproken, geldt een vooraf bepaalde verdeling waarbij het Rijk 50% voor zijn rekening neemt en de overige 50% in de vorm van renteloze leningen door gemeenten zal worden verstrekt. De tertiaire zekerheid is nog nooit ingeroepen en het risico dat dit de komende jaren gebeurt wordt vrijwel nihil geacht.

Garantstellingen

Gouda had geen garantstellingen per 31 december 2021.